U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Afghaanse nationaliteit, asielaanvraag, beroep ongegrond.

Uitspraak



RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummer: AWB 17/5880, AWB 17/5925, AWB 17/5882 en AWB 17/5884

uitspraak van de enkelvoudige kamer 11 april 2017 in de zaken tussen

[eiser 1], eiser 1, V-nummer [V-nummer],

[eiseres] , eiseres, V-nummer [V-nummer],

[eiser 2] , eiser 2, V-nummer [V-nummer], en

[eiser 3] , eiser 3, V-nummer [V-nummer], tezamen eisers,

(gemachtigde: mr . drs. E.R. Weegenaar).

en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder

(gemachtigde: mr. R.A.B. van Steijn).

Procesverloop

Op 4 maart 2017 hebben eisers een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 Vreemdelingenwet 2000 ( Vw 2000) ingediend.

Verweerder heeft bij beschikkingen van 15 maart 2017 afwijzend op de aanvragen beslist.

Tegen deze besluiten hebben eisers op 15 maart 2017 beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden.

De openbare behandeling van de beroepen heeft plaatsgevonden op 4 april 2017. Eisers en verweerder hebben zich doen vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. De rechtbank gaat bij de beoordeling van het beroep uit van de volgende feiten. Eisers zijn met geldige Indiase paspoorten en met door de Nederlandse autoriteiten in New Delhi afgegeven visa voor kort verblijf het Schengengebied per vliegtuig ingereisd via Oostenrijk, alwaar zij hun asielverzoeken hebben ingediend. Omdat de visa voor kort verblijf door de Nederlandse autoriteiten zijn afgegeven, is Nederland door de Oostenrijkse autoriteiten op grond van de Dublinverordening verantwoordelijk geacht voor de beoordeling van de asielverzoeken. Nederland heeft zich vervolgens akkoord verklaard met de overname van eisers. Op 2 maart 2017 zijn eisers overgedragen aan de Nederlandse autoriteiten. Op 4 maart 2017 hebben eisers hun asielaanvragen ingediend.

2. Eisers hebben aan hun asielverzoek ten grondslag gelegd, kort samengevat en voor zover van belang, dat zij de Afghaanse nationaliteit hebben. Eisers zijn afkomstig uit Khost en zijn al op jonge leeftijd naar Kaboel vertrokken alwaar zij tot hun vertrek hebben gewoond. Vanwege hun hindoestaanse geloof werden eisers in Kaboel bedreigd en gediscrimineerd door de Taliban. Eisers moesten zich bekeren tot de islam. Omdat zij dit niet wilden, zijn zij gevlucht met behulp van een reisagent die ook al hun reispapieren en visa heeft geregeld. Zo ook hun Indiase paspoorten en Nederlandse visa. Eisers hebben deze papieren nooit aangevraagd of in handen gehad. Bij terugkeer naar Afghanistan vrezen eisers de Taliban vanwege hun hindoestaanse religieuze geloofsovertuiging. Ter staving van hun Afghaanse nationaliteit en herkomst hebben eisers een aantal (kopieën van) documenten overgelegd, waaronder een taskera en een militair boekje van eiser 1.

3. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vw 2000 en artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 , omdat eisers afkomstig zijn uit een veilig land van herkomst en eisers geen individuele asielmotieven naar voren hebben gebracht die dit gegeven voor eisers in een ander daglicht stelt. Als relevante elementen van het asielrelaas worden door verweerder onderscheiden:

1. de nationaliteit, identiteit en herkomst van eisers;2. de bedreiging door de Taliban in Kaboel.

Verweerder acht de gestelde Afghaanse identiteit, nationaliteit en herkomst van eisers ongeloofwaardig gezien de afgifte van de visa voor kort verblijf aan eisers in New Delhi. Dit is namelijk gebeurd door middel van een procedure waarbij de aanvragers in persoon bij de ambassade dienen te verschijnen om vingerafdrukken te laten nemen en pasfoto’s te laten maken. Het is dan ook niet aannemelijk dat eisers niet de personen zijn aan wie de visa zijn afgegeven nu de vingerafdrukken overeenkomen. Gelet hierop acht verweerder ook de gestelde problemen van eisers in Kaboel met de Taliban ongeloofwaardig.

4. Eisers hebben in hun gronden van beroep betoogd dat verweerder de aanvraag ten onrechte heeft afgewezen, omdat eisers afkomstig zouden zijn uit een veilig land van herkomst. Eisers persisteren in door hen opgegeven Afghaanse identiteit, nationaliteit en herkomst.

5. Verweerder heeft de gronden gemotiveerd betwist.

6. Ingevolge artikel 29 van de Vw 2000 kan een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vw 2000 worden verleend aan de vreemdeling:

a. die verdragsvluchteling is; of

b. die aannemelijk heeft gemaakt dat hij gegronde redenen heeft om aan te nemen dat hij bij uitzetting een reëel risico loopt op ernstige schade, bestaande uit:

1°. doodstraf of executie;

2°. folteringen, onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen; of

3°. ernstige en individuele bedreiging van het leven of de persoon van een burger als gevolg van willekeurig geweld in het kader van een internationaal of binnenlands gewapend conflict.

Ingevolge artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 kan een asielaanvraag worden afgewezen als kennelijk ongegrond als de vreemdeling afkomstig is uit een veilig land van herkomst, zoals bedoeld in de artikelen 36 en 37 van de Procedurerichtlijn.

Ingevolge artikel 31, eerste lid, van de Vw 2000 wordt een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vw 2000 afgewezen als ongegrond in de zin van artikel 32, eerste lid, van de Procedurerichtlijn, indien de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn aanvraag is gegrond op omstandigheden die, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met andere feiten, een rechtsgrond voor verlening vormen.

7. De rechtbank overweegt als volgt.

7.1.

De rechtbank is van oordeel dat verweerder bij de beoordeling van de asielaanvragen ervan uit mocht gaan dat eisers de Indiase nationaliteit hebben. Daartoe heeft verweerder redengevend mogen achten dat eisers het Schengengebied zijn ingereisd met door Nederland afgegeven visa voor kort verblijf, welke zijn verkregen door middel van een procedure, het Visa Information System (VIS), waarbij eisers in persoon bij de ambassade in New Delhi dienden te verschijnen, met hun Indiase paspoort, om vingerafdrukken te laten nemen en pasfoto’s te laten maken. Nu de daarbij opgemaakte vingerafdrukken en foto’s overeenkomen met die van eisers gemaakt tijdens onderhavige asielprocedure, is de stelling van eisers dat de reisagent alle papieren heeft geregeld en zij zelf nimmer in de ambassade zijn geweest ongeloofwaardig. De overlegde kopieën van een taskera en een militair boekje van eiser 1, kunnen aan het vorenstaande reeds niet afdoen nu de authenticiteit van deze documenten niet kan worden vastgesteld. Hierdoor kan niet de gewenste waarde aan deze documenten worden gegeven. Bovendien verklaren deze niet waarom eisers weinig tot niets over Afghanistan kunnen vertellen, zoals welk jaar het nu is volgens de Afghaanse jaartelling en waar de provincie Khost, waar eisers zijn geboren, ligt in Afghanistan. De ter zitting naar voren gebrachte stelling dat eisers toch wel naar India zijn gereisd om hun visa te regelen maar hierover niet durfden te verklaren, is tegenstrijdig met de eerdere verklaringen van eisers op dit punt en doet nog verder afbreuk aan de geloofwaardigheid van het relaas.

7.2.

Gelet op het vorenstaande en nu eisers geen redenen hebben aangevoerd waarom India in hun specifieke geval niet als een veilig land van herkomst mag worden beschouwd (zie ook de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 10 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:641), is de rechtbank van oordeel dat verweerder terecht heeft geconcludeerd dat eisers niet aannemelijk hebben gemaakt bij terugkeer naar India een reële vrees te hebben voor vervolging dan wel schending van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden. Gelet hierop heeft verweerder de aanvragen van eisers kunnen afwijzen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vw 2000 en artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 .

8. De beroepen zijn ongegrond.

9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Meijers, rechter, in aanwezigheid van mr. M.D. Gunster, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 april 2017.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen één week na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature