Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Afdeling strafrecht
Bijzondere zaak, nummer: [nummer]
Parketnummer 1e aanleg: [nummer]
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien de akte van de griffier van de rechtbank Oost-Brabant van [datum], waarbij namens:
[naam]
geboren [datum] te [plaats]
thans verblijvende in [detentieadres]
hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van
[datum], bij welke beschikking het verzoek tot schorsing van de aan [naam] opgelegde voorlopige hechtenis werd afgewezen.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouwe.
Het hof stemt niet in met de beschikking van de rechtbank.
Bij afweging van de strafvorderlijke belangen en de persoonlijke belangen van verdachte prevaleren de laatstbedoelde belangen.
Het hof is van oordeel dat de voorlopige hechtenis dient te worden geschorst vanaf het moment dat verdachte in een TBS kliniek wordt geplaatst.
Op grond daarvan vernietigt het hof de beslissing van de rechtbank en wijst het verzoek tot schorsing toe.
BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:
Wijst toe het hoger beroep.
Vernietigt de beschikking waarvan beroep.
Wijst toe het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Beveelt dat de voorlopige hechtenis van verdachte zal worden geschorst met ingang van
de datum waarop verdachte in een TBS kliniek wordt geplaatst ter executie van het arrest van het gerechtshof Arnhem/Leeuwarden [datum].
Aldus gedaan op 13 april 2017
door mr. A.J.M. van Gink, voorzitter, mr. F.J.M. Walstock en mr. G.P.M.F. Mols, in tegenwoordigheid van mw. J.C.M. van Hoorn, griffier.
De advocaat-generaal bij dit Gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
's-Hertogenbosch, 13 april 2017
Gezien d.d.
De directeur van [detentieadres]